Ontgassingsinstallatie bij Kreekraksluizen
Na een jarenlange lobby lijkt het er nu dan toch van te komen. Als het aan ondernemer Ruud Cogels ligt, kunnen schippers na de zomer terecht bij de Kreekraksluizen om hun schepen op een verantwoorde manier te ontgassen.
DOOR JOLANDA DIETVORST
In de indrukwekkende loods waar nu nog een speld horen vallen. “Stilte voor de storm”, relativeert hij. “Na de zomer staat het hier vol met materiaal om mijn mobiele ontgassingsinstallaties te onderhouden. Zo’n installatie is gemiddeld een zeecontainer groot. Flinke jongens dus. Daar heb je veel ruimte voor nodig en die heb ik hier.”
Hoofdpijndossier
De 63 jarige Cogels houdt zich naar eigen zeggen al sinds 1986 bezig met het oplossen van de ontgassingsproblematiek. Eerst in de zeevaart, waar het uit wisselen van compatibele ladingsresten in dampvorm, mede door zijn inzet, al jaren de standaard is bij overslag.
“Daar liep het gek genoeg soepeler”, memoreert hij. “Dat komt doordat het gelukt is om alle spelers, inclusief verladers en grote oliemaatschappijen, aan één tafel te krijgen. Dán kun je afspraken maken. Ik heb altijd gedacht dat dat in de binnenvaart ook mogelijk moet zijn.”
In de praktijk blijkt het verantwoord ontgassen van binnenvaarttankers echter een waar hoofdpijndossier, waarin de vooruitgang in de ogen van Cogels onnodig wordt getraineerd door ‘ambtenarij’ en een complex krachtenveld waarop machtige stakeholders een grote stempel drukken.
In Tholen heeft Ruud Cogels ook een geschikte locatie voor een ontgasinstallatie op het oog, maarde gemeente wil daar niet in mee.
“Een onbegrijpelijke dynamiek”, stelt Cogels, die met zijn installatie een terugwinning van maar liefst 99 procent zegt te realiseren. “Als je die cijfers hoort en met ontgassingsinstallaties voorkomt dat schippers, hun personeel en omwonenden giftige stoffen inademen, snap ik niet dat er geen haast gemaakt wordt met het verlenen van vergunningen.”
Landelijk verbod
Ook het Landelijk verbod varend ontgassen dat vanaf 1 juli van kracht wordt heeft de gewenste stroomversnelling van vergunningsverlening niet in gang gezet. “Zolang er geen sprake is van adequate en daadkrachtige handhaving, zien verladers de noodzaak niet. En schippers worden ermee opgezadeld.”
“In 2021 werkte ik mee aan uitzending van tv programma de Hofbar. Barbara Visser, die destijds minister van Infra structuur en Waterstaat was, deed het voorkomen alsof het verbod de heilige graal was die de complete ontgasproblematiek plotsklaps zou oplossen. Maar in de praktijk draait het maar om één ding: geld. Zolang overtredingen niet consequent worden opgevolgd door fikse boetes, die vanzelfsprekend hoger moeten zijn dan de kosten voor het verantwoord ontgassen via een installatie, zie ik niet in
hoe het verbod op zichzelf de gewenste positieve impact teweeg zou kunnen brengen.”
Levensmissie
Ondanks de soms ogenschijnlijk onbegaanbare weg die Cogels af moet leggen om zijn installaties aan de man te brengen, blijft hij positief. Het uit de wereld helpen van de ontgassingsproblematiek is zijn levensmissie geworden.
“En niet alleen omdat ik ondernemer ben die ook zijn geld moet verdienen. Ik geef om het milieu en woon vlak bij het Schelde Rijn kanaal waar mijn buurtgenoten en ik geregeld last hebben van de benzine en benzeen die met ventilatoren de lucht worden ingeblazen. Dat
moet anders! Zeker omdat de oplossing voor het grijpen ligt, stop ik niet voordat het me gelukt is.”
Cogels is dan ook verheugd dat er schot in de zaak lijkt te zitten. De plannen voor een pilot bij de Kreekraksluizen zijn concreet. Het is de bedoeling dat schepen na de zomer terechtkunnen bij twee steigers ten oosten van de Noorder Voorhaven. Aan de ene steiger kunnen schepen tot 140 meter liggen, aan de tweede steiger kunnen schepen tot maximaal 110 meter afmeren.
Cogels heeft ook de vluchthaven in Tholen aangedragen als potentiële locatie, maar de gemeente staat hier nog niet voor open. “Rijkswaterstaat vindt de locatie bij de Kreekraksluizen de meest geschikte plek.”
Rendabel
Cogels hoopt de benodigde vergunning deze zomer rond te krijgen. De mobiele installaties kunnen er dan in principe snel staan. Die heeft Cogels overgehouden aan zijn tijd bij Mariflex. Maar ze worden pas geplaatst als de ondernemer de garantie heeft dat schepen er gebruik van zullen maken.
Klanten heeft hij nog niet. Hij is voornemens een abonnementsconstructie in het leven te roepen, zodat continuïteit gegarandeerd is. Van de geschatte 3.000 ontgassingsacties per jaar, wil hij dat er circa 250 keer gebruikt wordt gemaakt van zijn installaties. Dan is het rendabel.
De kosten raamt hij vooralsnog tussen de 2 en 5 euro per m 3 . De prijs voor een gemiddeld schip komt daarmee op 5.000 euro. Een fors bedrag, maar een snelle doorrekening leert dat de ontgassingskosten slecht een fractie van de totale exploitatiekosten innemen.
“Daarnaast moet je de kosten afzetten tegen de tijd die het kost om een schip volledig te ontgassen. Ik heb tijdens een proef een schip geladen met 9.000 m 3 benzine en nafta cryogeen ontgast. Dat kostte toen 76 uur.”
Hergebruik
Bij het ontgassen wekken de installaties energie op. Die kunnen ze opslaan in accu’s. Cogels ziet hier kansen om een bijdrage leveren aan de energietransitie. Daarnaast kunnen de gassen vloeibaar gemaakt worden, bijvoorbeeld als benzine. Op zichzelf interessant.” Maar doordat de dampen aangemerkt worden als afval, wil de Belastingdienst accijns heffen over het product dat is teruggewonnen. “Kleinigheidjes hou je altijd”, besluit Cogels. Hij is niet van plan om zich hierdoor uit het veld te laten slaan.